|
||||||||
|
The Deslondes, hun verhaal begint op de middelbare school waar Sam Doores en Cameron Snyder elkaar kenden en besloten te stoppen met studeren om muzikant te worden. Ze trekken rond met 'The Broken Wing Routine' band en belanden in Okemah, OK, op het 'Woody Guthrie Folk Festival'. Tijdens dit festival ontmoeten ze gelijkgezinden als zanger / gitarist Riley Downing en bassist Dan Cutler. Als de 'Broken Wing Routine' split, trekken Doores en Cutler naar New Orléans en richten er in 2010 'The Tumbleweeds' op. In die periode speelt Snyder ook nog met 'The Longtime Goners' en ontmoet hij John James Tourville, die viool en pedal steel speelt. In 2012 brachten ze hun debuutplaat "Holy Cross Blues" uit. Ze mochten de baan op met Alabama Shakes en Michael Kiwanuka. Niet veel later ontdekten ze dat de naam The Tumbleweeds al ingenomen was. Dus doopten ze zich om tot The Deslondes, vernoemd naar de Deslonde Street waar ze voor het eerst samen songs schreven, repeteerden en opnamen. Deze vijfkoppige groep gasten uit New Orleans zijn dus een vervolg van The Tumbleweeds, en van wie hun titelloos debuut in 2015 verscheen bij New West Records, met als producer Andrija Tokic. Op deze plaat hoorden we vooral heel swingende New Orleans-muziek met een flinke scheut country, maar ook hints naar de rock ’n’ roll van de oude Sun-platen, de soul van Stax en de gospel van The Staple Singers. Na het sterke "Hurry Home" uit 2017 nam het vijftal een pauze, al bleven ze als individuen productief: Sam Doores bracht een titelloos solodebuut uit, terwijl Downing een eigen debuut uitbracht, "Start it Over". Maar veel later veranderde er iets, en percussionist Cameron Snyder deed een voorstel om bij elkaar te komen en muziek te maken. Pas in 2022 mochten hun fans zich verheugen in een rijke collectie ijzersterke nieuwe liedjes, op "Ways & Means". Echter hield Snyder het na deze plaat voor bekeken en bestaat de band nu uit Sam Doores, Riley Downing, Dan Cutler, John James Tourville en de nieuwe drummer Howe Pearson (voorheen tourend lid voor Hurray for the Riff Raff). Alle nummers zijn geschreven door The Deslondes, met uitzondering van de afsluitende prachtversie van J.J. Cale’s "Drifter’s Wife". Het album bevat ook gastvocalen van Twain (Mat Davidson) en blazersarrangementen van Tuba Skinny in "Pour Another Round". Howe Pearson neemt meteen zijn plaats als song-writer in met veel verve, want in de door hem geschreven single, het met handklappend begeleidde "I'll Do It" klinkt dit vijftal even dynamisch als altijd. Zich bewegend tussen een vrolijke harmoniezang is deze song eeuwigdurend en vooral heel prachtig. Het is het soort nummer waarop je niet anders kunt dan dansen met een geliefde, vriend of vreemde (het couplet "If you're ask for love, there is no limit / If you want to cry a river, I'll swim" draagt bij aan de intimiteit), en de driedelige zang en dubbele gitaarmelodie van de Deslondes barst tegen het einde van de song uit in pure soul. Verschillende zangers, verschillende schrijvers, wisselen elkaar consequent af gedurende het album. Daardoor heeft de plaat een ingesleten familiegevoel. Elke speler kent zijn rol en lijkt precies te weten wanneer hij de spotlight moet nemen en afstaan. De band produceerde het album wederom samen met Andrija Tokic in de Bomb Shelter in Nashville. Het geluid is evenwichtig en helder, met af en toe een filter van wazige tijdloosheid, vooral in de opener "Hold On Liza", met die diepe herkenbare stem van Downing en het door Dan Cutler geschreven "Lies I've Told", die dit met zwoele achtergrondzang gelardeerde liefdesliedje schreef na de doortocht van de orkaan Zeta, die door New Orleans trok. Zoals met alle orkanen was er het gevoel van onheil en afrekening dat met zijn komst gepaard ging. Zeta was echter een beetje anders, omdat hij recht over de stad trok. De stroom was uitgevallen dus waren de straten verlaten, en er lag overal puin. Het was heel stil, maar ook griezelig en apocalyptisch. Hij ging daarna naar huis en schreef dit liedje. Toch romantisch niet? De beste nummers van het album komen dan ook meteen naar je toe. Sam Doores schreef het aanstekelijke "Take Me Back", als ook het hitgevoelige "Mercury On Parade", toch zijn het niet alleen zijn songs die het meest in het oog springen. Als het album een grote tekortkoming heeft, is het misschien gewoon dat het te veel van het goede biedt. Om de groep dichtbij elkaar te houden zijn vaak compromissen nodig, met "Roll It Out" rust de band op de kracht van hun eenheid en dwingt ze elkaar zelden om te experimenteren of dieper in te gaan op de vragen die de kern vormen van hun songs. Een gevolg hiervan is dat het voorlaatste paar liefdesliedjes: "Who Really Loses" en "Go out Tonight", bijna in elkaar overlopen. "Roll It Out" heeft gewoon een verzameling van goed doorwrochte songs, en het worden natuurlijke omhelzingen. De teksten zijn overwegend verhaalgedreven, wat in werkelijkheid een openbaring is, en ze beschikken over het soort kronieken dat diep ingaat op het dagelijkse leven. The Deslondes combineren zoals bij hun vorige platen, bij al deze mooie verhalen de vroege Stax, Sun en Atlantic Records met de invloed van een meer rauw, gestript geluid met soms wat psychedelische opsmuk en hebben dan ook weer een klein meesterwerk afgeleverd.
|